In 2022 geldt er nog de zogenoemde koppeling gewerkte uren (KGU). Ouders kunnen toeslag aanvragen voor maximaal 140% van het aantal uur dat de minst werkende partner (ouder) werkt. Met een maximum van 230 uur per kind per kalendermaand. Dit geldt voor alle soorten opvang; dagopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang.
Per 1 januari 2023 wordt deze koppeling met het aantal gewerkte uren losgelaten. Het maximum aantal uren kinderopvang waarvoor ouders kinderopvangtoeslag kunnen ontvangen, blijft wel bestaan. Per kind is dit 230 uren per kalendermaand vermenigvuldigd met het aantal maanden waarin de ouder(s) werken. Dus wanneer beide ouders in een kalenderjaar 12 maanden hebben gewerkt, dan kunnen zij aanspraak maken op 230 uur x 12 maanden = 2.760 uren kinderopvangtoeslag. Hoeveel uren zij daadwerkelijk hebben gewerkt, is niet meer belangrijk.
Indien je bijvoorbeeld 8 maanden werkt in een kalenderjaar, mag je de 230 uur x 8 maanden = 1.840 uren kinderopvangtoeslag, verspreid opnemen over het gehele kalenderjaar. De niet opgenomen uren vervallen aan het einde van het kalenderjaar.